Afdelingsdressuur:
download-brochure-afdelingsdressuur-06-2023

Verenigingskampioenschap / Teamkampioenschap:

Dit kampioenschap bestaat uit het rijden van een individuele dressuurproef, door vier combinaties en het afleggen van een springparcours door vier combinaties waarvan alle resultaten voor de einduitslag worden meegeteld. De uitslag van de individuele ronde telt mee voor het verengingskampioenschap voor zover dit mogelijk is.

Algemeen: 1. Om voor afvaardiging naar de Hippiade in aanmerking te komen dienen alle in te zetten combinaties tot dezelfde vereniging te behoren. Voor deelname aan het regiokampioenschap mag het team bestaan uit combinaties van verschillende verenigingen uit de regio. 2. Iedere ruiter mag slechts voor één team uitkomen en maximaal éénmaal in elk onderdeel van dit kampioenschap. Het is toegestaan om met verschillende paarden per onderdeel te starten. 3. De combinaties moeten in het bezit zijn van een startpas 4. Een paard mag door maximaal twee ruiters worden gestart en maximaal 4 keer op een wedstrijddag. 5. Iedere deelnemende combinatie dient startgerechtigd te zijn in de klasse waarin wordt deelgenomen. De stand op de datum waarop het regiokampioenschap is verreden is bepalend. In alle gevallen is promotie na het regiokampioenschap toegestaan zonder startgerechtigheid op de Hippiade te verliezen. 6. Een combinatie mag tijdens een Regio- en/of KNHS-kampioenschap alleen starten in de hoogste klasse waarin/het hoogste niveau waarop de combinatie in de periode tussen 1 april 2023 tot aan het regiokampioenschap uitgekomen is. 7. Voor afvaardiging naar de Hippiade mogen verenigingen maximaal vier reservecombinaties per onderdeel opgeven. 8. Uitsluitend de voor sluitingsdatum van inschrijving opgegeven 4 reservecombinaties mogen worden ingezet.

Dressuur 1. Per vereniging/team mogen combinaties ingezet worden die startgerechtigd zijn in tenminste de klasse B dressuur en ten hoogste de klasse M1-dressuur. 2. De combinaties moeten een dressuurproef afleggen overeenkomstig de klasse waarin ze startgerechtigd zijn. Springen 1. Per vereniging/team mogen combinaties ingezet worden die startgerechtigd zijn bij de paarden in tenminste de klasse 1.00-springen en ten hoogste de klasse 1.20-springen / bij de pony’s in tenminste de klasse 0.50-springen en ten hoogste de klasse 1.10-springen. 2. Het parcours van de laagste klasse (hoogte) waarmee wordt gestart tijdens het verenigingskampioenschap blijft gedurende het verenigingskampioenschap staan en wordt enkel in hoogte verhoogd voor de hogere klassen. 3. Uitsluiting volgt bij alle klassen tijdens dit kampioenschap bij de derde weigering.

Uitslagberekening
Dressuur: De punten, behaald door de vier individuele dressuurcombinaties worden bij elkaar opgeteld. Een individuele dressuurcombinatie die wordt uitgesloten/gediskwalificeerd, krijgt 20 punten minder toegewezen dan de combinatie die het laagst werd gewaardeerd van alle andere individuele dressuurruiters, die voor het kampioenschap zijn gestart en niet zijn uitgesloten/gediskwalificeerd.

Springen: Het totaal aantal strafpunten (vastgesteld in overeenstemming met tabel A/art. 236) van de
Utrechtse kampioenschap teams en meertallen van de springcombinaties wordt vermenigvuldigd met twee. Dit wordt vervolgens in mindering gebracht op het puntentotaal van de individuele dressuur. Voor wat betreft de aftrekpunten bij het springen geldt, dat een combinatie maximaal 40 strafpunten kan behalen. Combinaties, die meer strafpunten behalen of die worden uitgesloten/gediskwalificeerd in het parcours, krijgen voor de berekening van de uitslag van het kampioenschap 40 strafpunten toegewezen, welke niet zullen worden vermenigvuldigd.

Totaal: Het team met het hoogste totaal aantal punten in het eindklassement is kampioen. Indien twee teams met een gelijk aantal punten eindigen, is het totaalresultaat dat is behaald bij het onderdeel individuele dressuur doorslaggevend voor het vaststellen van de onderlinge plaatsing. Indien de punten dan nog gelijk zijn beslist het beste individuele resultaat per team bij het onderdeel individuele dressuur. Valt er dan nog geen beslissing dan is het cijfer voor het onderdeel het recht gerichte, ontspannen en in aanleuning gaande paard bepalend bij het onderdeel individuele dressuur van het beste individuele resultaat van de vereniging.

Afdelingsdressuur Vier- en zestallen dienen te worden samengesteld uit leden afkomstig van dezelfde vereniging, dezelfde Kring of dezelfde Regio. Het deelnemende viertal dient tijdens de KNHS
kampioenschappen te starten in de klasse waarin zij tijdens het Regiokampioenschap zijn gestart en door de Regio zijn afgevaardigd.

Algemeen: 1. Maximaal één ruiter, één paard of één combinatie uit een vier- of zestal mag deelnemen in een ander vier- of zestal uit dezelfde vereniging, dezelfde Kring of dezelfde Regio.
2. Maximaal één deelnemende combinatie per vier-/zestal mag hoger geklasseerd zijn dan ZZL. 3. Bij minder dan vier vier-/ zestallen per rubriek kan de handicapregeling worden toegepast. 4. Uitsluitend de voor sluitingsdatum van inschrijving opgegeven reservecombinaties mogen worden ingezet. Kampioenschap Viertallen Kür op Muziek klasse L/M/Z/ZZ Paarden en klasse B/L/M/Z Pony’s De deelnemende viertallen dienen te worden samengesteld uit leden afkomstig uit dezelfde Regio. Maximaal één deelnemende combinatie per viertal mag hoger geklasseerd zijn dan ZZ-Licht-dressuur.